Op het eerste gezicht lijkt het evangelie van deze zondag een les in goede tafelmanieren. U weet wel, zo van: niet praten met volle mond, eten met vork en mes en vooral, wanneer je bent uitgenodigd, wachten totdat de gastheer of gastvrouw je een plaats aan tafel aanwijst. Niet voordringen, niet met je ellebogen werken, maar rustig je beurt afwachten.
“Wees bescheiden” is de les van dit evangelie, zou je denken, maar vergis je niet. Dat líjkt maar zo. De les is ook niet: “Doe maar gewoon.” “Doe normaal, man!” Dat is veel te burgerlijk gedacht, dat is te aangepast aan de mentaliteit van de samenleving, aan de normen van de maatschappij. Jezus is wel een van ons, maar tegelijk geheel anders. En hij wil dat wij dat ook zijn: gewoon een mens, maar tevens anders. Gewoon, maar niet gewoontjes. Feitelijk liever buitengewoon. Wees dus op je hoede.
Wat Jezus’ diepste bedoeling is, daarvan heeft hij zelf het beste voorbeeld gegeven. Bij het Laatste Avondmaal waste hij de voeten van de leerlingen, slavenwerk, de taak van de minste, hij nam de laagste plaats in. Dat was een beeld van zijn hele leven. Dat vraagt hij ook van zijn volgelingen, de christenen die zijn naam dragen.
Stel je voor dat je de laagste plaats inneemt, dan mag je hoger op, volgens het evangelie. Maar dan zit je hoger en loop je de kans dat je je plaats weer moet afstaan aan iemand van lagere rang. En zo gaat het dan maar heen en weer. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van de parabel. Wat dan wel? Dat is de dienstbaarheid, de dienende functie. Een dienaar is de minste. En wordt die dienaar dan verhoogd? Nee, wie de kleinste is is de grootste, wie het laagste staat staat het hoogste, de dienaar is de heer, volgens goddelijke normen. Het “Vriend, ga hoger op” vervult alleen maar een functie in de gelijkenis. Wanneer je je oprecht als dienaar opstelt, als de minste, zit je al op de voornaamste plaats. Het wordt voorgesteld als na elkaar komend, maar het vindt tegelijk plaats. Als Jezus aan het kruis hangt, steekt hij boven alle mensen uit. Het kruis is de vernederendste straf, maar het is tegelijk de verheffing voor Jezus. Op de Calvarieberg hangend aan het kruis is zijn verhoging.
Maar zo’n hoogte is lang niet voor iedereen haalbaar en zo’n diepte ook niet. Daarom raadt ook Jezus Sirach ons in de eerste lezing aan om bescheiden te zijn. Bescheiden mensen leggen banden, arrogante stoten af. Wie bescheiden is neemt anderen voor zich in en maakt vrienden, arrogante opscheppers verwijderen en maken vijanden. Een bescheiden iemand is iemand die zijn plaats kent, die zich niet groter voordoet dan hij is, hij verheft zichzelf niet. Een arrogant mens stelt zich beter voor dan hij is, schept op over zichzelf, verheft zich.
Wie nederig is stelt zich ook dienstbaar op. Zo iemand maakt geen onderscheid tussen rijken en armen, tussen blanke en donkere mensen, tussen landgenoten en asielzoekers. Voor zo iemand zijn alle mensen gelijk. De redenen om migranten weg te sturen lijken soms eerlijk, maar zijn het niet, want het gaat meestal om onze eigen belangen: wijzelf eerst. Wij willen niet delen, wij vinden onszelf beter en het is ten nadele van onszelf als wij Jan en alleman hier toelaten.
Jezus zegt: “Als je mensen uitnodigt voor een maaltijd, doe het dan anders dan wat men gewoonlijk doet en nodig geen vrienden en buren uit, maar armen en gebrekkigen.” Zelf sluit hij niemand buiten. Hij laat het aan de genodigden over om de uitnodiging af te slaan. Hij laat de anderen in hun waarde. Zij kunnen zelf beslissen, dat doet hij niet voor hen.
En wat hij ook wil zeggen is: “Doe anders dan gewoon, doe buitengewoon, en niet: doe maar gewoon.” Zo legt hij de lat wel hoog, voor velen misschien wel te hoog. Zoals hij leefde en wil dat wij leven is een hoog ideaal. Wij moeten dat ideaal altijd voor ogen houden en ernaar streven, maar we weten ook dat, wanneer we het niet halen, hij ons niet afschrijft of buitensluit. Want hij nodigt armen en gebrekkigen uit, hij nodigt ons uit, mensen die tekortschieten, mensen die ons veel gelegen laten liggen aan de mening die anderen over ons hebben en die dus liever niet opvallen door buiten de gewone paden te treden. We doen dus maar gewoon, dat is voor velen al meer dan genoeg. Maar we blijven geroepen om meer dan het gewone, ja zelfs het buitengewone te doen. AMEN.
Leo Wenneker
De man uit Nazareth
Wat is dat met die man uit Nazareth.
Het gaat bij hem zo anders allemaal.
Hij zegt: De laatste wordt het eerst gered.
Wat is dat voor een vreemd verhaal.
De bovenste wordt onderaan gezet.
Het gaat bij hem zo anders allemaal.
De brave burger vist achter het net,
de rover aan de schandpaal vindt de graal.
De tollenaar, de moordenaar, de slet,
hij laat ze tronen in de opperzaal.
Wat moet dat met die man uit Nazareth,
hij roept maar wat, het is een grof schandaal.
De nette jongeman krijgt op zijn vet.
Wat zegt hij toch, wat is dat voor een taal.
Het wordt hier revolutie, tot en met,
en onvoorspelbaar anders allemaal.
Wat keert hij om, die man uit Nazareth.
De lammen dansen, dat is abnormaal,
de armen krijgen alles bij zijn wet,
hij weegt de dingen op zijn eigen schaal.
Het is het ideaal van een pamflet,
het is van elders, het is niet legaal.
Daar is hij weer, die man uit Nazareth,
en het moet anders, anders, allemaal.
Michel van der Plas