We worden in het evangelie door Lucas getrakteerd op een stukje geschiedenis uit de grote wereld van toentertijd, ofschoon we weten dat de Bijbel geen geschiedenisboek is, maar verkondiging. Maar Lucas wil zijn verkondiging verankeren in het gewone leven van alledag en daarom geeft hij feiten die controleerbaar zijn. Dus noemt hij keizer Tiberius, Pontius Pilatus, Herodes, zijn broer Filippus en tenslotte de hogepriesters Annas en Kajafas. En dan komt de wereld van de kleine mensen aan de beurt, in een uithoek van het Romeinse rijk, de wereld van Johannes, de zoon van Zacharias, die in de woestijn verbleef, waar hij een doopsel van bekering preekte.

Hij is de stem van een roepende in de woestijn. Dat is de uitdrukking voor iemand die belangrijke dingen te zeggen heeft waar niemand naar luistert, iemand die voor dovemans oren spreekt. Ik moet denken aan de politicus met visie die waarschuwde voor de recessie maar wiens woorden in de wind werden geslagen. Dat is zo iemand. Ik moet denken aan de klokkenluider die de fraude, de corruptie aanklaagde met onweerlegbare bewijzen, maar men had er geen oren naar. Met zijn aanklacht werd niets gedaan. Hij luidde de klok voor niets. Tot die mensen behoorden ook profeten in het oude Jeruzalem, Jeremia bijvoorbeeld, die de ballingschap van het volk aankondigde, als ze hun leven niet beterden, maar hij werd niet geloofd. En toen de vijand kwam was het te laat. Hij bleek een roepende in de woestijn. En de deskundigen in onze tijd die waarschuwen voor het coronavirus en maatregelen ter bestrijding voorschrijven: zijn dat niet vaak roependen in de woestijn?

Maar roept Johannes in de woestijn? Is die uitdrukking op hem van toepassing? Luistert niemand naar hem? Nee, want de mensen trokken in groten getale naar hem uit. Zijn prediking was niet vruchteloos. Ook Jezus komt naar hem.

Pas later heeft “roepen in de woestijn” zijn negatieve klank gekregen van vruchteloos roepen.

De profeet voorspelt de terugkeer uit de ballingschap en Johannes sluit daarbij aan. Er moet een weg worden gebaand, de infrastructuur moet worden verbeterd. Kronkelpaden moeten recht gemaakt worden, dalen gevuld en heuvels geslecht. De ballingschap van het volk in Babylon, ver weg van Jeruzalem, zal worden beëindigd.

Broeders en zusters, velen vinden dat we ons als gelovigen in de huidige tijd in ballingschap bevinden, vergelijkbaar met wat toen de Joden is overkomen. Het kerkbezoek neemt af, de onverschilligheid neemt toe en men laat zich niet meer voorschrijven hoe men leven moet. Iedereen maakt zelf wel uit wat goed voor hem of haar is. Er zijn er velen die daarvoor waarschuwen, priesters, predikanten, bisschoppen en zij voelen zich vaak een roepende in de woestijn. Maar van hun geroep blijft altijd wel iets hangen. Zij zaaien en hun woorden zullen vrucht voortbrengen.

Maar somberheid heerst onder alle lagen van de bevolking, ook onder de gelovigen. Er is werk aan de winkel. Dat van die heuvels die geslecht moeten worden, van de dalen die gevuld  en de kronkelpaden die recht moeten worden gemaakt is natuurlijk beeldspraak: we moeten onze hoogmoed, onze eigenwaan, ons eigen ego een toontje lager laten zingen, we moeten niet denken dat wij alles beter weten en zelf wel uitmaken hoe wij leven, we moeten onze neigingen tot corruptie, tot leugens en laster overwinnen en we moeten wat minder mopperen over van alles en nog wat… maar wat gebruik ik weer veel het woord moeten, waar wij zo’n hekel aan hebben, vooral in de verbinding met jullie en jij, jullie moeten, jij moet. Nee, ik, dat is het voornaamste woord …

Laten we ons vandaag eens richten op wat van bovenaf tot ons wordt gezegd: de redding begint in de woestijn en aan de ballingschap komt een einde, aan de neergaande lijn van de geloofsbeleving komt een einde, aan alles komt een einde, aan alles wat mensen bedenken en ook aan onszelf. Wanneer, dat weten we niet. Hoe, dat weten we niet. Maar aan het woord van God komt geen einde, nooit. Dat is waarop wij vertrouwen, dat geeft ons hoop.

Daarom vieren wij hier gezamenlijk eucharistie, als voorproefje op de toekomst van vrede die ons in het vooruitzicht gesteld is, waarheen wij op weg zijn en die eeuwig duren zal. AMEN.

Leo Wenneker

credits  / cookie gebruik