Als men de zeef schudt, blijft het kaf. En in het spreken ontdekt men het boze van de mens. (Uit de eerste lezing van Jezus Sirach)
De Griekse wijsgeer Socrates maakte elke dag een wandeling door Athene. Op een keer kwam een man naar hem toe die zei: “Ik moet je iets vertellen over je vriend die…” Socrates onderbrak de man en vroeg: “Is wat je vertellen wil al door de drie zeven gegaan?” De man keek hem verbaasd aan: “De drie zeven?” Socrates antwoordde: ”Jazeker, de drie zeven. De eerste zeef is de waarheid. Weet je zeker dat het waar is wat je wil zeggen?” De man bloosde: “Nou nee, dat niet, maar ze zeggen het.” Socrates vervolgde: “Dan gebruikte je vast de tweede zeef, de zeef van het goede. Is het iets goeds wat je over mijn vriend wil vertellen?” De man aarzelde: “Goed? Nee, niet direct.” Socrates keek nu bedenkelijk: “Dan gebruikte je toch zeker wel de derde zeef? Is het noodzakelijk dat je dit aan mij vertelt?” Ook dat kon de man niet bevestigen. “Wel,” sprak Socrates tot slot, “als dat wat je me wilt vertellen niet waar is, niet goed en niet noodzakelijk, vergeet het dan maar en belast mij en jezelf er verder niet mee. Goeiedag!”
Jezus Sirach spreekt over het schudden van een zeef en hoe wat niet deugt er niet door komt en blijf liggen. Dat is afval. Het gaat er natuurlijk om dat je goed en kwaad leert onderscheiden en wat de criteria zijn die je daarbij hanteert, zeg maar, wat voor zeef, een met grote of een met kleine gaten.
Daar kun je achter komen bij een eerlijk zelfonderzoek. Dan kom je al snel tot het inzicht hoe vaak er onzuivere motieven in het spel zijn in je omgang met anderen: eigenbelang, eerzucht, persoonlijk voordeel. Een goede zeef zuivert zulke motieven eruit. Hoe vaak gebeurt het niet dat we een mening hebben over een ander, die van geen kanten klopt. Waarom zo’n oordeel? Omdat we in onze eigen ogen graag beter zijn dan die ander, denk ik. We zien dan wel de splinter in het oog van een ander maar we zien totaal voorbij aan de balk in ons eigen oog. Het komt op zelfkennis aan. Als we onszelf kennen, kennen we ook de ander. Die ander is in wezen zoals wij. De oude Grieken hadden een spreuk die op de tempel van Apollo was gegrift: KEN UZELF. Een woord dat aan minstens zes Griekse wijsgeren wordt toegeschreven, o.a. aan Socrates.
Zou de wereld er niet heel anders uitzien als we alles wat we over anderen kwijt willen of hoe we over anderen denken en spreken eerst door de drie zeven lieten gaan? De zeef van de waarheid: hoeveel laster, leugens en roddel zouden ons bespaard blijven? Hoeveel nepnieuws zou er níet worden meegedeeld en verschijnen in de kranten? Hoeveel valse beloften zouden er níet worden gedaan door politici? Hoeveel producten van de rioolpers zouden níet gedrukt worden? Talloze! De zeef van het goede: We zouden meer zwijgen dan spreken, denk ik. We zouden meer luisteren dan het woord voeren. We zouden onze gesprekspartners meer van hun onderwerp afbrengen dan door laten praten. De zeef van het noodzakelijke: Hoeveel geleuter zou achterwege blijven? Hoeveel onbenullige prietpraat, meestal over anderen? Een gezellig babbeltje is natuurlijk best goed. Maar er zou zeker minder gemord, gemopperd en gekankerd worden.
“In het spreken ontdekt men het boze van de mens”, zegt Jezus Sirach.
“Een boom kent men aan zijn vruchten”, zegt Jezus. Een slechte boom brengt rotte appels voort, wormstekige en onrijpe. Een goede boom prachtige vruchten, zachte perziken en rijpe druiven. Heb je weleens een doornstruik vijgen zien voortbrengen, een braamstruik peren en een beukenboom olijven? We brengen voort wat in ons zit. Als ons hart goed is brengen we goede dingen voort, als ons hart slecht is slechte dingen. Het gaat om je gezindheid, je mentaliteit, je geest. Maar die komt je niet zomaar aangewaaid. Daar moet je aan werken en opvoeders helpen daarbij. En af en toe in jezelf keren. Zo’n moment is in de viering hier de stilte voor de schuldbelijdenis, ook al is dat wel erg kort voor een diep zelfonderzoek. Maar het is ook mogelijk tijdens een wandeling in het bos of het luisteren naar religieuze muziek.
Ik geef u vandaag de drie zeven mee, ik neem ze zelf ook mee: die van het ware, die van het goede en die van het noodzakelijke. En we maken zo de kleine wereld waarin we leven een klein beetje beter. AMEN.
Leo Wenneker
Van balk en splinter
Laat mij van u, mijn meester, leren,
wanneer het om vergeven gaat:
u die mij opricht alle keren
en die mij in mijn waarde laat;
die mij ziet dwalen als een blinde
en vallen in mijn overmoed,
maar mij toch steeds mijn weg laat vinden
en voor de diepste kuil behoedt;
u die de balk ziet in mijn ogen
van ijverzucht en ergernis,
maar in uw grote mededogen
dan doet of dat een splinter is;
die altijd oog houdt voor het goede
dat naast het kwade in mij leeft:
laat mij een mens zijn die zijn broeder
de ruimte van de liefde geeft.
Michel van der Plas